- X was bestuurder van BV B, die op haar beurt bestuurder was van BV A
- BV B verkocht aandelen BV A aan BV C
- BV A ging failliet in 2020
- Ontvanger stelde X aansprakelijk voor onbetaalde belastingen van BV A
- Rechtbank en Hof oordeelden dat X terecht aansprakelijk was gesteld
- Hoge Raad oordeelde dat X aansprakelijk was als hij niet kon bewijzen dat het niet voldoen aan meldingsplicht niet aan hem lag
- Hoge Raad stelde prejudiciële vragen aan EU-Hof van Justitie
- EU-Hof oordeelde dat nationale regeling niet in strijd was met Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel
- Bestuurder kon aansprakelijkheid ontlopen door te bewijzen dat niet-nakoming meldingsplicht niet aan hem lag
- Bestuurder kon aansprakelijkheid behouden voor specifiek tijdvak, tenzij hij kon bewijzen dat hij te goeder trouw had gehandeld
Source: futd.nl
Note that this post was (partially) written with the help of AI. It is always useful to review the original source material, and where needed to obtain (local) advice from a specialist.